LEGENDES over INDONESIë

| LEGENDES en GEDICHTEN over INDONESIë | MIJN GEBOORTE LAND EN - STAD | MOOIE GEDICHTEN VAN INDO'S | GASTENBOEK | FAMILIE FOTO ALBUM | VERHALEN en LEGENDES | MEER LEGENDES | DIVERSEN | VERVOLG VAN VERHALEN EN LEGENDES

DIVERSEN

bhineka.gif

krakatau1.jpg
KRAKATAU

             Java - de Krakatau vulkaan

                         

 

                  Gunung Krakatau

 

De eruptie van 1883

 

De beruchtste vulkaan van de Indonesische archipel is de

Gunung Kakatau in de straat Sunda. Na een toename van

aktiviteit in de maanden ervoor, kwam de grote klap in de vroege ochtend van 27 augustus 1883. De grote knal waarmee het  eiland Rakata Besar grotendeels verdween was 4000 km verderop in Brisbane te horen. De schokken die volgden op de uitbarsting plantten zich driemaal rond de aarde voort. 18 kubieke kilometer steen en as werden tijdens de eruptie omhooggeslingerd. Bij de uitbarsting van de St. Helena in 1980 werd slechts een kubieke kilometer uitgespuugd.

Door de enorme hoeveelheid lava die uitgebraakt werd onstond er een enorme leegte onder het eiland Rakata Besar. Hierdoor implodeerde het eiland waarna het in zee verdween. Het zeewater dat het gat waarin het eiland in weggezonken was binnenstroomde ging aan het koken en kolken, waardoor gigantische hoge vloedgolven, de tsunami's ontsonden. De 30.000 doden zijn vooral gevallen toen de vloedgolven de kust bereikten. Vooral in de puntige baai van Teluk Dalam op zuid-Sumatra waren de gevolgen rampzalig. De vloedgolven bereikten daar een hoogte van dertig meter die schepen meer dan een kilometer landinwaarts verplaatsten. Bij elkaar werden

163 Javaanse en Sumatraanse dorpen van de aardbodem weggevaagd. Het gevolg van de 27 km hoge rookpluim na de eruptie waren schitterende

zonsondergangen in de jaren erna, doordat de atmosfeer verzadigd was van asdeeltjes.

 

                  Anak Krakatau

 

In de jaren 20 kwam op de plek waar Rakata Besar lag een nieuw eilandje uit zee omhoog, door de Indonesiërs Anak Krakatau, kind van de Krakatau, genoemd. In 1979 kwam het tot een lichte uitbarsting op de toen inmiddels tot een flink eiland uitgegroeide Anak Krakatau.

De eruptie was gelukkig vele malen bescheidener dan in 1883.

 

                  Bezoek aan de Krakatau

 

Vanaf Cerita Beach op Java is het 5 uur varen naar de Krakatau (3,5 uur met snelle boot) . Het is mogelijk in 45 minuten de top van de vulkaan te bereiken. Het is een hete en zware tocht, waarbij je als de wind verkeerd staat veel last van zwaveldampen zult hebben. Een doek die je voor de mond kunt houden is hier, net als op andere werkende vulkanen in Indonesië, geen overbodige luxe. De grond is heet dus draag dikke zolen. Vanaf de kraterrand heb je een schitterend uitzicht. Je kunt op sommige plekken de gelaagdheid van de bodem goed zien. Hou er rekening mee dat de Krakatau bij tijd

en wijle nog zéér actief is, en een bezoek dus niet zonder

risico is. Laat je hierover goed voorlichten.

                        

VROUWEN PLANTEN
women_planting_rice_-_cupak.jpg
DE RIJSTPLANTJES

                          De Indonesiër en zijn rijst

 

Indonesiers eten drie maal per dag rijst en hebben drie namen

voor de witte korrel. In het veld noemen ze het padi, geoogst

heet het beras en gekookt op het bord heet het nasi. Rijst

vormt voor de Indonesiërs het middelpunt van het bestaan. Het  is meer dan enkel voedsel: rijst is heilig en heeft direkt te

maken met de band tussen mensen en goden. De rijstgodin is

Dewi Sri. Hoewel zij eigenlijk de vrouw van de god Vishnu is, kwam de rijstgodin al in pre-hindoestische tijd

in de Indonesische cultuur voor.

Het ritme van het dagelijkse leven op het platteland wordt nog

altijd bepaald door de rijstbouw. Huwelijken bijvoorbeeld worden na de oogsttijd gesloten.

 

De rol van de vrouw

 

Het uitzetten van de bibit, de bleekgroene jonge rijst, is van oudsher de taak van de vrouw. De belangrijke rol die de vrouw

bij het planten en het oogsten van de rijst vervuld kan

teruggeleid worden tot de vruchtbaarheidsrituelen uit een ver

verleden. Nog altijd wordt de vrouw gezien als degene die het

dichtst bij de natuur staat.

 

Legendes

 

Aan de rijst zijn verschillende legendes verbonden. Zo bestaat

er op verschillende eilanden in de archipel een legende over een zekere Joko Tarub. Deze maakte op een avond een wandeling door het bos. Daar zag hij een groepje bidadari (nimfen) die

in een meertje een bad namen. Joko verstopte een van hun

gevleugelde gewaden, zodat een nimf niet meer kon ontsnappen.

Joko en Nawanggulan, de nimf, trouwden en kregen een dochter, Nawangsih. Nawanggulan kon haar man en dochter voeden uit een pan waar slechts een korrel rijst inzat. Ze verbood Joko echter ooit in de pan te kijken. Tijdens zijn vrouws afwezigheid kon hij zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en keek hij in de pan, waarin inderdaad maar een korrel bleek te zitten. Nawanggulan wist tijdens het koken meteen dat haar man had gekeken, want er kwam niets meer uit de pan dan die ene korrel. De betovering was verbroken en Nawanggulan verliet  Joko. Vanwege deze legende maken veel Javanen hun rijstpannen nooit helemaal leeg, daar dit ongeluk zal brengen.

 

Rituelen rond rijst                        Offers aan de goden

                

Voor ieder stadium van het rijpingsproces bestaat ook een

bepaald offerritueel, zoals bijvoorbeeld de bersih desa-ceremonie: als de padi (die wordt gezien als zwangere vrouw) begint te rijpen, wordt dit ritueel gehouden voor een

symbolische reiniging van het dorp, en het gunstig stemmen van de rijstgodin. Men vreest altijd de toorn van de godin, die

zich zou kunnen uiten in het uitbreken van ziekten, of een

rattenplaag op de rijstvelden.

Wanneer de oogsttijd nadert, volgen er meer offers. Twee

handenvol van de eerste aren, de manten (het bruidspaar), worden dan mee naar huis genomen.

Het snijden van de padi, de rijpe rijst, wordt met speciale

mesjes, de ani-ani, gedaan. Om Dewi Sri niet te vertoornen

wordt dit mesje tijdens het snijden in de palm van de hand

gehouden, zodat het niet zichtbaar is.

 

De karbouw, de tractor van Indonesië

 

Nog altijd zijn karbouwen onmisbaar bij het bewerken van de

rijstvelden. Ook in de moderne tijd heeft deze manier van het

land bewerken bij de Indonesische boer de voorkeur boven een

tractor. De natte rijstcultuur vergt veel samenwerking tussen

de dorpelingen, hetgeen de basis vormt van de sociale structuur van de dorpsgemeenschap. Gotong royon(samenwerken en wederzijdse hulp) en musyawarah (samen tot een eensgezinde beslissing komen) zijn dan ook op veel eilanden voor iedere dorpeling een begrip, ofschoon deze onderlinge solidariteit de laatste jaren door het grote aantal boeren en het gebrek aan voldoende landbouwareaal ernstig wordt aangetast.

 

Methoden van rijstbouw             Ladang of wisselcultuur

 

Er zijn drie methoden van rijstbouw. De oudste van de drie is

de zogenaamde ladang of wisselcultuur. Hierbij wordt het

oerwoud gerooid. Nadat het hout enkele maanden heeft kunnen drogen, wordt het gekapte gebied in brand gestoken. De rijst wordt vervolgens op de vruchtbare as geplant. Na de oogst wordt een volgend stuk jungle gerooid, verbrand en beplant. Hoewel er voor deze manier van rijstbouw betrekkelijk weinig arbeid en werktuigen nodig zijn, en er een rijke oogst binnengehaald kan worden, is ze vooral in dichtbevolkte gebieden funest voor de natuur. Het woud heeft minstens tien jaar nodig om zich te regenereren. Wanneer er echter veel monden gevoed moeten worden krijgt het woud de tijd niet meer om te regenereren. Het gevolg is dat de grond zijn voedingstoffen niet meer kan aanvullen.

 

Droge rijstbouw

 

De tweede methode is die van de droge rijstbouw, welke

waarschijnlijk in het verleden is ontstaan op het moment dat

er niet genoeg land over was om wisselbouw op te plegen. Bij

deze methode worden grote stukken land gerooid, omgeploegd en in de droge tijd ingezaaid met diepwortelende rijstsoorten. De grond waarin gezaaid wordt hoeft niet altijd vruchtbaar te zijn, want in de regentijd worden voedingstoffen uit hoger  gelegen bosgronden met het regenwater aangevoerd. Hoewel er bij deze methode meer gebruik gemaakt moet worden van trekdieren en werktuigen als bij de ladang methode, is de opbrengst van het land groter en de schade aan het milieu geringer. Toch wordt de droge rijstcultuur bijna nergens meer toegepast. De overheersende methode in Indonesië en de rest van Zuidoost Azië is de natte rijstbouw.

 

Natte rijstbouw

 

Hierbij worden dichtbezaaide kweekbedden voor aangelegd,

vanwaaruit de bibit (kiemplanten) na een of twee maanden wordt overgeplant op permanent bevloeide rijstvelden. De irrigatie van de rijstvelden en de zorg voor een constant waterpeil op de sawahs behelst een ingewikkeld systeem, en vereist enorm veel onderlinge samenwerking. Het overplanten van de bibit en het oogsten van de rijst is allemaal handwerk, waardoor deze manier van rijstbouw bijzonder arbeidsintensief is. Het grote voordeel van de methode is echter dat er per jaar meerdere keren kan worden geoogst, soms tot drie keer toe. Rijstsoorten met een hoge kwaliteit, zoals de Membrano en de Cibodastypen kunnen de oogst per hectare met vijftien procent verhogen.

 

=======================================

De Sundanezen van West-Java

 

De Sundanezen danken hun naam aan de witte as die het land na een vulkaanuitbarsting vruchtbaar maakt. Het woord Sunda komt uit het Sanskriet en betekent wit. In West-Java, het gebied van de Sundanezen, liggen veel aktieve vulkanen, waarvan de Krakatau in de straat Sunda de beruchtste is.

 

De Sundanese cultuur                    Dans en muziek

 

De Sundanese cultuur is jonger dan de Javaanse. De Sundanezen houden veel van dans en muziek. Vooral door hun erotisch getinte dansen hebben ze de reputatie veel sensueler te zijn dan andere Indonesiërs. Een hierbij vaak gebruikt instrument is de anklung, een eenvoudig van bamboe vervaardigd muziekinstrument. Ook de fluit is populair, en brengt een melancholisch en nogal triest geluid voort, dat typerend is voor de Sundanese muziek.

 

Wayang Golek

 

Het typische Sundanese poppenspel is de Wayang Golek, die

volgens de Javanen veel boerser en minder verfijnd is dan hun

eigen Wayang Kulit. Oorspronkelijk is het poppenspel door de

arabieren geïntroduceerd, om via voorstellingen de islam te

zijn bijzonder vrome islamieten die er alles voor over hebben de pelgrimage naar Mekka te maken.

 

Pentjak silat

 

Ook is de Sundanees een ijverige beoefenaar van de pentjak

silat, hetgeen afgelezen kan worden uit het grote aantal

scholen in West-Java waar deze oude vechtkunst onderwezen wordt.

 

Rammengevechten

 

Een andere sport is de adu dombak, het rammengevecht, waarbij twee rammen op elkaar inbeuken tot er een op de vlucht slaat. Ofschoon gokken volgens de leer niet mag, wordt er bij de gevechten flink ingezet. Wanneer een ram het voor gezien houdt, wordt hij flink in z'n kloten geknepen om hem te

motiveren voor de volgende aanval.

 

Sundanese visvijvers

 

De Sundanezen zijn een ijverig volk en schuwen geen vernieuwingen. Een fraai voorbeeld hiervan is het

kringloopsysteem van hun visvijvers. De visvijvers, waarin

karpers en andere zoetwatervissen worden gekweekt, zijn overal op West-Java te vinden en vormen een belangrijke bron van inkomsten voor de dorpelingen. Het kringloopsysteem bestaat eruit dat men het toilet boven de visvijvers geplaatst heeft. De uitwerpselen blijken een verrijking van het visvoedsel te zijn, en het probleem van gebrekkige rioleringen is ook in een klap de wereld uit geholpen. Helaas plegen de nieuwe

industrieën (West-Java heeft voor wat betreft de industrialialisatie de laatste jaren een stormachtige

ontwikkeling ondergaan) een behoorlijke aanslag op het milieu, waardoor ook de Sundaneze visvijvers ernstig vervuild zijn

geraakt.

 

Sundanezen en hun Javaanse buren

 

Er bestaat nogal wat animositeit tussen de Sundanezen en de

Javanen. Doordat de Sundanese cultuur jonger is dan de

Javaanse, mocht een Sundanese jongen in het verleden niet met een Javaans meisje trouwen. Zij zou, doordat ze uit een oudere cultuur komt, altijd ouder dan de jongen zijn, al was ze tien jaar jonger.

Misschien ligt de volgende geschiedenis, die zich reeds lang

geleden ten tijde van het koninkrijk Majapahit afspeelde, aan

de vijandige houding tussen Sundanezen en Javanen ten grondslag:Koning Hayam Wuruk, de heerser over Majapahit, dong naar de hand van Tjitrarasmi, de dochter van de koning van Sunda. De Sundanese koning was welwillend, en vertrok met dochter en groot gevolg naar het koninkrijk Majapahit. Hij sloeg zijn kamp op voor de poorten van het koninkrijk, vanwaar Haram Wuyuk, zo vereiste de traditie, zijn bruid zou komen ophalen. Voor Haram Wuyuk's vertrek stuurde zijn eerste minister Gajah Mada, die fel tegen een verbintenis tussen beide vorstenhuizen was, een boodschap naar de Sundanese koning, dat deze zijn dochter persoonlijk moest komen brengen. De koning weigerde hieraan te voldoen, waarop Gajah Mada soldaten op hem afstuurde. Ondanks heldhaftig verzet werden de Sundanezen tot de laatste man uitgemoord. De prinses, haar moeder en alle edelvrouwen in het gevolg pleegden zelfmoord.

 

 

 

=======================================

                 

kretek_sampoerna.gif
kretek sampoema sigaretten

 

Kretek sigaretten

 

Weinig is kenmerkender voor Indonesië dan de lucht van

kretet sigaretten. De tabak van de typisch Indonesische kreteksigaret is vermengd met kruidnagel. Deze mix is

waanzinnig populair, want verreweg de meeste Indonesiërs preferen een kretek boven de rokok putih, een gewone sigaret.

Vaak is het filter gezoet, want zoet is iets waar Indonesiërs geen genoeg van krijgen. Ondanks dat kreteksigaretten tweemaal zoveel teer en nicotine bevatten dan gewone sigaretten worden er door heel Indonesië gigantische aantallen verstookt. De antirook lobby heeft hier dus nog volop werk. Verstokte anti-rokers zullen het in Indonesië zwaar krijgen, want er wordt werkelijk overal gepaft -rookverbod of geen rookverbod.

De tabaksverwerkende industrie is verenigd in de Gapri, en heeft ongever 150 duizend werknemers in dienst, die voor het grootste deel seizoensarbeid verrichten. In de fabrieken worden de sigaretten met de hand gerold. In het javaanse Kudus, ook wel Kota Kretek genoemd, zijn ruim vijftigduizend mensen hier dagelijks mee bezig. Per persoon halen ze het verbluffende aantal van 10.000 sigaretten per werkdag. Ze verdienen ongeveer €1 per dag.

Tot machinale produktie van de kretek is men nog niet overgegaan, want dit zal betekenen dat het land er vele honderdduizenden werkelozen bij krijgt. Van 1979 tot 1983 leverde een kilo kruidnagels nog bijna €10 op. In 1992 was een kilo nog geen tiende van dit bedrag waard.

rujak.jpg
ROEDJAK

wajik.jpg
ALLERLEI INDISCHE KOEKJES

                  Eten in Indonesië

 

Ga er vanuit dat een reis door Indonesië buiten de grote

steden en de toeristencentra zeker geen culinaire reis zal worden. Tijdens een verblijf in een afgelegen gebied zul je eraan moeten wennen dat de Indonesiërs enkel rijst eten. In kustdorpjes is dit uitsluitend rijst met vis. Groenten worden nauwelijks gegeten. Uitgebreide rijsttafels zoals wij die kennen zie je enkel tijdens festiviteiten. De rijsttafel, een beetje rijst en veel bijgerechten, is overigens een Nederlandse uitvinding. Indonesiërs scheppen anders op; véél rijst, en een klein beetje bijgerechten. Toch kun je ook buiten de toeristenplaatsen uitstekende 'rijsttafels' samenstellen in de vele Padangrestaurants van het land. Lees

hier meer over de Indonesiërs en hun rijst.

 

                  Hygiëne

 

Op straat eten in Indonesië is absoluut niet zo gevaarlijk als  sommigen wel eens beweren.

Onze ervaring is dat het eten daar een stuk hygiënischer bereid wordt dan in sommige sjieke hotels. We hebben het hier over de pasar malam, de straatmarkt die in de meeste grote steden na zonsondergang opgezet wordt.

De straatventers die de hele dag met een karretje eten, de kaki lima, in de zon voortsjokken zijn soms een heel ander verhaal.

                       

 

                  Verschillende typen restaurants

 

Een warung is een eenvoudig Indonesisch eettentje, waar je gerechten als gado-gado, soto ayam, nasi goreng, mie goreng en dergelijke kunt krijgen. Voor de meeste toeristen is het duurdere Chinese restaurant (meestal aangeduid als seafood restaurant) een uitkomst. De gerechten zijn weinig verrassend en doen geen grote aanslag op je smaakpapillen.

De miegerechten zijn meestal flauw, maar de zeevruchten kunnen soms verbluffend lekker zijn.

Helemaal aan onze smaak aangepast zijn veel restaurants in de toeristencentra en de restaurants van duurdere hotels. Hoewel je natuurlijk niet naar Indonesië gaat om bloemkool te eten, kun je je hier tegoed doen aan de Indonesische versies van

diverse westerse gerechten. De grote en bekende

hamburgerketens en KFC hebben zich inmiddels in de

provinciehoofdsteden genesteld.

 

                  Het Indonesische ontbijt

 

Ook bij het ontbijt wordt rijst genuttigd. Meestal zijn dit de restjes van gisteren die opgebakken worden. Nasi goreng zoals wij dat kennen is in feite niets meer dan dat. Brood bij het ontbijt is Indonesiërs vreemd, maar in de hotels altijd aanwezig. Als je geen nasi goreng op de nuchtere maag wilt zit je in de lowbudget en middenklasse hotels meestal vast aan een continental ontbijt van geroosterd witbrood, jam, boter, wat

fruit en soms een hardgekookt ei. Soms is het ook mogelijk om iets als een pannekoek te bestellen. De bananapancake is vooral bij lowbudgetreizigers populair. Duurdere hotels hebben buffetontbijten zoals in Europa.

                 

             Verschillende Indonesische keukens

 

 

 

                  Indonesische Recepten

Bekijk de beste receptensites over de Indonesische keuken

                  Indonesische Vruchten

Lees alles over de verschillende vruchten van Indonesië

                  Drank

In Padang- en Minahasa-restaurants wordt water of ongezoete lauwe thee bij het eten geserveerd, waarvoor je niet hoeft te  betalen. Thee krijg je standaard met grote hoeveelheden suiker, tenzij je uitdrukkelijk om teh tawar of teh tanpa gulah (zonder suiker) vraagt. Hetzelfde geldt voor koffie, die overigens vooral in Tana Toraja op Sulawesi erg goed is.

Koud bier is meestal alleen in Chinese restaurants of hotels verkrijgbaar, en in streken die streng-islamitisch zijn soms helemaal nergens. Daar mag men geen alcohol drinken en wordt  het absoluut niet op prijs gesteld als jij dat in het openbaar wel doet.

Het meest gedronken wordt Bir Bintang, maar Anker,

San Miguel en Bali Hai zijn ook prima merken. Sterke drank, met uitzondering van lokale brouwsels als arak of tuak, is nergens buiten luxe-hotels of sjieke uitgaansgelegenheden te krijgen. Koude drankjes zijn buiten toeristencentra bijna nergens verkrijgbaar, de Indonesiërs drinken hun fris lauw.

KATTEKWAAD

Een van de leukste dingen thuis, als je een baboe of kokki had die latah was. Wanneer je die aan het schrikken bracht liet ze prompt alles wat ze droeg uit haar handen vallen, djebrèk!
Een ander spelletje om de baboe tjoetji op stang te jagen was om met een lange stok over de muur van de brandgang te pantjong naar het wasgoed. De baboe begon dan te gillen, omdat ze dacht dat het wasgoed werd gestolen.
Trouwens die brandgang achter het huis was ideaal om van alles te doen wat het daglicht eigenlijk niet kon verdragen, zoals kattepillen op katten en vogels, maar ook op fruit in de tuin van de buren. Als zo'n vrucht dan in de tuin van de buurman viel heel snel over de muur en weer terug. Riskant, maar wel de eerste stap naar de status van djago.

De brandgang was ook een ideaal terrein om te vechten met jongens die jij en je vriendjes uitdaagden, omdat ze op jouw terrein opereerden. Ik dah jou uit! Ik beuk jou! Als het iets te heavy werd kon je altijd nog kaboer op en over de muur. De strijd kon ook op afstand worden gevoerd met kattapil of toeloep. De eerste gebruikte als munitie meestal een balletje modder en voor de toeloep (zie toeloepen) was rauwe katjang idjo bonen vanuit je wangzak zeer geschikt. Bij uitzondering werd er met de toeloep ook wel met 'scherp' geschoten, d.w.z. met pijltjes met metalen punt. Gefaaraalijk dese.


Als je zelf niet ging vechten dan liet je dat een paar djangkriks doen. Je groef een zandkuiltje wat te rul was voor de djangkriks om uit te komen, raakten in paniek en begonnen met elkaar te vechten. Wat ook leuk was is het vangen van een tjapoeng en dan een draadje maken aan zijn staart en als een soort van vlieger mee rond te lopen. De term dierenbeul kenden wij nauwelijks.

Op school de vlechten van het meisje dat voor je zit in de inktpot stoppen. Plakken getah smeren op de bank of op wc-bril. Jeukt verschrikkelijk. Met mentol-stift gaat het ook. Wordt erg warm!
Ook leuk pentòl met je knokkels, of met harde bol van de petehbloem op de kop slaan. Zwiept lekker....adoe! Toeloepen in de klas kan ook, maar riskant. Als bepèk van school gestuurd
Snerpen met de griffel op je lei of met een krijtje op het bord. Gaat door merg en been!

TOELOEPEN

De toeloep, anders gezegd de blaaspijp, bestond in Indië in verschillende diktes en lengtes en was meestal van bamboe of een andere rietsoort (zelf)gemaakt. Onder de Indische jongens werd de toeloep gebruikt om op elkaar te schieten, maar ook op vogels en soms ook om fruit uit de boom te schieten. Hoewel het laatste meestal met kattapil gebeurde. De 'munitie' voor buiten toeloepen bestond vaak uit een tot balletje gedraaid stuk klei. Op de vele witte muren die de Indische wereld kende bleef zo'n schot mooi plakken. Dat was makkelijk als we een roos hadden getekend op de muur. Dan bleef je schot lekker plakken en kon je meteen zien wie de beste was.
De 'greep' op de toeloep was tussen wijs- en middelvinger en vervolgens gestuurd door de duim en het voorstuk ondersteund (als lang) met de andere hand. Een vizier hadden we niet. Ook bij een gevecht tussen Indische jongens uit verschillende buurten was klei in veel gevallen de gebruikte munitie. Voor binnen, vooral in de klas, gebruikte we de korte toeloep met katjang idjo erwten als munitie. Je vulde je wang met tien tot twintig van die harde erwten. Dan kon je de toeloep bijna als een automatisch wapen, of buks met hagel, gebruiken. Bij brani gebruik van de toeloep onder de les - tak, adoeh in je nek - was een korte toeloep van ca. 15 cm het beste. Kon je gemakkelijk wegstoppen onder de bank en dan heel onschuldig kijken. Ik herinner dat ook wel echte, scherpe, metalen pijltjes in de toeloep werden gedaan. Die richtten wij slechts zelden op elkaar, te gevaarlijk, maar wel heel geschikt voor het uit de boom schieten van vogels en van katten (van de buurman, natuurlijk). Pas in Holland zag ik voor het eerste jongens toeloepen met in een punt rond gevouwen papiertjes. Dat vonden wij Indische jongens helemaal niks. Veel te zacht!

====================================================

Hoe wij vroeger in Indië buiten speelden....
 
Als we niet gingen knikkeren. gatriek,vliegeren (deze maakten we ook zelf), bikkelen,hinkelen, gingen we een aantal spelletjes zelf, hoe zal ik het noemen," uitvinden"?!!. Van de autopet maakten we een soort loopfiets door een bankje op de tree te plaatsen. De straat waarin we woonden liep van het begin bij Boromeus ziekenhuis tot ons huis, een beetje naar beneden. De helling was dus net genoeg om met een vaart met de step/loopfiets naar beneden te rijden. Mijn moeder had in onze tuin een rand van gerberas geplant.
Zodra de bloemen bloeiden plukten we als mama niet keek er een af en van de stelen maakten we een belleblaaspijpje.
De steel was dan nog stevig genoeg ervoor, want die gerberasteeltjes blijven niet zolang stevig ook door de zeep. 
Zo probeerden we wie het langs zijn bel heel kon houden.
We waren ook op onze manier aan het kokkerellen, van al de planten uit de tuin, bloemen en blaadjes, een beetje water en we waren de hele middag zoet.
De zaadbollen van de canna's dat waren onze erwtjes dus erwtensoep.Van de Kembang Sepatoe , " Hibiscus" plukten we de bladeren en door met een beetje water ze fijn te knijpen maakten we op onze manier sajur bajem, hoewel het dan ook een beetje slijmerig werd. Pisangbladeren waren de borden.
In het zand zagen we vaak van die kuiltjes en met een stokje gingen we erin draaien. We zongen dan Undoer-Undoer en verbaast zagen we er een beestje uitkomen. We noemden het een mierenleeuw.Of dat beestje werkelijk zo heette, wisten we niet. Af en toe huurde onze vader een man met een klein paardje om ons rondjes te laten rijden in de voortuin. Omdat we een grote tuin hadden en de buurt erg kinderrijk was, speelden ze altijd bij ons in de tuin. Ik denk nog steeds met een beetje heimwee naar toen vroeger...... als je ziet waar tegenwoordig de kinderen nu mee spelen. Vertel ik mijn kleinkinderen er iets van dan kijken ze je verbaasd aan en vragen waar is de computer dan?? Hier is gezellig buiten spelen er niet bij of ze kijken TV of achter de computer, waar blijft die mooie tijd.............

fish.gif
Klik op next om naar de volgende pagina te gaan

My Name

My Address

My E-Mail Address

NEXT PAGE

©  S(upermuis)ylvi@